Een dag voordat het overgrote deel van Nederland naar de stembus gaat, staat de VVD nog altijd op ruime voorsprong in de slotpeiling van Kantar. Voor het eerst is er wel een duidelijk verschil met de vorige peiling zichtbaar. De VVD daalt naar 36 virtuele zetels. Het CDA maakt ook een duidelijke beweging en daalt naar 15 virtuele zetels. Verder zien we maar liefst drie nieuwe partijen voor het eerst met 1 virtuele zetel terugkomen in de peiling, namelijk de BoerBurgerBeweging (BBB), Bij1 en Splinter.
Het lijkt erop dat het vooral voor de partijen achter de VVD spannend wordt. Zowel de PVV met 18 virtuele zetels, als D66 met 17 virtuele zetels en het CDA met 15 virtuele zetels maken nog een goede kans om de tweede grootste partij te worden. Daar weer achter bevinden zich de meer linksgeoriënteerde partijen, waar de PvdA met 12 virtuele zetels en de SP met eveneens 12 virtuele zetels er op dit moment beter voor lijken te staan dan GroenLinks, die wegzakt naar 9 virtuele zetels. Ook 50PLUS zet haar dalende lijn voort en staat op dit moment op 1 virtuele zetel in de peiling van Kantar. Forum voor Democratie lijkt op dit moment 5 virtuele zetels te bemachtigen.
Van de nieuwkomers bestendigen Volt met 3 virtuele zetels en JA21 met 2 virtuele zetels hun plek in de Tweede Kamer. De BoerBurgerBeweging (BBB), BIJ1 én Splinter, kloppen op de deur en halen nét de kiesdrempel van 0.67% en zijn daarom vertegenwoordigd in deze peiling. Hierbij is het wel relevant aan te tekenen dat ook voor deze partijen steekproefmarges gelden en definitieve steun nog allerminst zeker is.
Binnen het electoraat lijken steeds meer kiezers hun keuze te maken. Het aandeel kiezers dat aangeeft nog helemaal niet te weten waar ze op gaan stemmen, daalt naar ongeveer 12% terwijl dit in de vorige peiling één op de zeven (16%) was. Buiten verkiezingstijd bestaat dit aandeel uit ongeveer een vijfde tot een kwart van de kiezers.
Hoe zeker is de kiezer van zijn keuze?
Aan alle respondenten die een keuze hebben gemaakt voor een bepaalde partij is gevraagd hoe zeker ze zijn van hun keuze voor die partij. Daarbij zien we, daags voordat de meeste Nederlanders naar de stembus gaan, iets meer zekerheid in de stemkeuze. Vooral kiezers van de Partij voor de Dieren (72%), VVD (70%), de PVV (68%) en CDA (66%) zijn meer zeker van hun keuze voor die partij. Aan de linkerflank, vooral bij D66 (51%), GroenLinks (49%) en de SP (42%) is men over het algemeen nog niet helemaal zeker van de stemkeuze. Daar kan dus nog veel gaan verschuiven.
Onderzoeksverantwoording
Onderzoeksnummer: 244407619 Onderzoeksmethode: NIPObase CAWI.
Aantal respondenten: aan het onderzoek werkten 2.900 Nederlanders (18+) mee (bruto steekproef: n=4.500, respons = 64%).
Veldwerkperiodes: zondag 14 maart 13.00 uur t/m dinsdag 16 maart 13.00 uur 2021.
De steekproef is getrokken op basis van de ideaalcijfers voor geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, regio, sociale klasse en politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 15 maart 2017. De resultaten zijn herwogen op geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, sociale klasse en politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer en Nielsen-regio.
We benadrukken dat we in deze zetelpeiling met steekproefmarges te maken hebben. Voor de grootste partij (de VVD) is de marge ongeveer 2 zetels.
Bij verspreiding of publicatie de bron Kantar Public gebruiken.
Bijlage